Fischer.reismee.nl

REIS VANCOUVER - SEATTLE 2016: Een lange dag

The time has come! Vanochtendom 7 uurzijn we vertrokken. Bestemming: Vancouver. Komende week vertoeven we in een huisje op Vancouver Island. Je weet wel: die plek waar op het strand geen plaats is voor toeristen omdat de beren er zitten. Vandaag over een week moeten we weer onze spullen pakken. Dan gaan wenaar Harstine Island, dat ligt in de VS op de hoogte van Seattle. Ook daar zitten we een week in een huisje. En daarna gaan we voor een paar dagen terug naar Vancouver om de stad te verkennen. De 23ste augustus landen we weer op Schiphol. Maar daar willen we nu nog niet aan denken....
De voorspelde vertraging ivm de terroristische dreiginqop Schiphol viel vanochtend reuze mee. We konden zo doorrijden naar P3. Vervolgens stonden we met de Shuttle wel even in de file, maar we hebben in de bus geen marechaussee gezien.
Die vertraging kwam daarna. Bijna een uur later dan de geplande tijd (13.30 uur) stegen we op van Schiphol. Uit de speakers klonk "We had to do some paperwork. Thank you for your understanding." Hoezo? Ik geloof niet dat iemand ons gevraagd had of we er begrip voor hadden.Nou ja. Het zou toch al een lange dag worden. Een uurtje meer of minder maakt dan ook niet meer uit.
Bijna 10 uur hebben we 12.000 meter boven de zeespiegel gehangen in een buitentemparatuur van min 50 graden. Brrr....
De vliegreis verliep verder voorspoedig. Met boekjes lezen en filmpjes kijken - Youth, the Intern en Eddy the Eagle waren onze toppers -is het eigenlijk zo voorbij. Op het laatst beginnen de spieren en de olle bott'n wat te protesteren. Maar verder was het goed te doen. Behalve die ontzettend smerige broodjes die we te eten kregen. Dat ze dat tegenwoordig niet beter kunnen. Ook brrr...
Het was helder. Dus hadden we een prachtigs uitzicht op Groenland. De foto's spreken voor zich. Ik heb me nooit gerealiseerd dat het zo wit en en onherbergzaam is.
Omdat we een uur later aankwamen dan gepland moesten we ons haasten om de ferry van Horshoe Bay naar Nanaimo op Vancouver Island te halen. Op volle snelheid dwars door Vancouver heen. Mooie stad! Oogt vriendelijk en groen. We verheugen ons erop om hier straks een paar dagen te zitten.
Het lukte net. We waren nog net niet de laatste auto die de boot op reed. Op de boot hebben we een heerlijk broodje met zalm gegeten. Zalm hebben ze hier in overvloed. Dat zullen we nog wel eens vaker eten de komende weken. Daarna sloeg de vermoeidheid toe. We waren tenslotte al bijna 24 uur onderweg.
Toen we van de boot af kwamen moeten we nog een half uurtje rijden naar ons huisje. Onderweg waarschuwden bordjes voor overstekend wild. Dat was geen overbodige luxe. De reeën liepen gewoon in de berm.
Gelukkig was het nog licht toen we aankwamen bij ons 'wonderfull waterfront home'. De advertentie van airbnb had niets teveel beloofd. Dit huisje heeft echt het meest fantastisch uitzicht dat we ooit hebben gehad. Vanaf het terras, maar ook vanuit iedere kamer in het huis kijk je prachtig uit over de Salisch sea.
En toen moesten we nodig naar bed. Plaatselijke tijd: 21.30 uur. Kan me niet heugen dat ik zo vroeg naar bed ben geweest. Alhoewel.... in Nederland was het op dat moment ongeveer 6 uur 's ochtends. Riemy had via de app contact met vrienden die nog op stap waren....

Wasbeer

Zondag 25 juli
Toen iedereen de laatste nacht in bed lag, hoorde ik nog voetstappen bij de vuilnisbakken. Ik sliep naast het hokje waar die staan. Ik dacht dat Papa de vuilnis nog even buiten aan het zetten was, maar toen besefte ik dat het al kwart voor twaalf was en Papa waarschijnlijk al lag te slapen en begon ik me toch af te vragen wat daar liep. Ik riep een paar keer, maar ik kreeg geen antwoord van buiten. Het eerste wat in mijn hoofd kwam was een inbreker. Ik hoorde allemaal gerommel, ik durfde eerst niet te kijken. Ik riep nog een keer Papa en toen draaide ik me om, ik stond oog in oog met een zwart maskertje en twee oortjes er boven. Ik roep hard door het huisje:'EEN WASBEER'. Mark en Mama kwamen er aan en zagen de wasbeer buiten zitten. Ik durfde eerst niet te kijken omdat ik was geschrokken. Later toen iedereen weer op bed lag, hoorde ik weer voetstapjes voorbij komen. Ik kijk nog even naar buiten om de wasbeer welterusten te zeggen, alleen ik zag hem niet meer. Slapen ging die nacht nogal moeilijk, maar het was toch heel leuk om te zien.

Indian Football

Het strand had al een paar keer de voorkeur gekregen, maar op de laatste vakantiedag gaan we dan toch nog naar de Plimoth plantation. The plantation is een interactief openluchtmuseum met echte Wampanoag- Indianen en blanke acteurs die helemaal in de rol kruipen van de Pilgrim Fathers. Op onze vorige Amerika reis hadden we een bijzondere ervaring met Indianen, door met grommende trucks een tocht te maken naar de Antelope Canyon, maar hier in dit museum werd getoond op welke wijze de Wampanoag in harmonie met de natuur leefden. Nou ja, het begin is wel opmerkelijk. Als we het Indianendorpje binnen komen wacht ons een Indiaan op in een moderne rolstoel. De man had in zijn jeugd polio gehad en kon daarom niet meer lopen. Vaardig manouvrerend met zijn elektrische rolstoel, vertelt hij ons over de opzet van het dorp, vraagt waar we vandaan komen en komt meteen op het voetbal te spreken. Ja ook hier! Hij vraagt ons om even links om de hoek te kijken. We geloven onze ogen niet. Daar staan op een klein veldje twee gebogen takken die dienst doen als doelen. De Wampanoag Indianen speelden dus rond 1600 al een soort voetbal als voorloper van het Amerikaanse football en rugby. Na onze verhandelingen dat voetbal oorlog is (volgens Michels) of juist een voorkoming daarvan, komen ook nog andere zaken aan bod.
Achter hem zien we een maïsveldje met daarin een soort uitkijktoren. De functie van de toren is echter een verassende. Als de moeders aan het werk waren in het maïsveld, deden ze hun kleine kinderen in deze veilige toren, zodat ze altijd een oog op hun kroost konden houden. Verder legde de Indiaan het verschil uit tussen de zomerhut en de winterhut. De laatste was van grote stukken boomschors gemaakt en hield de warmte binnen. De zomerhut had een rieten bedekking, die de vochtigheid opnam en de warmte tegenhield.
Op mijn vraag hoe hij bejegend zo worden als hij toen had geleefd, antwoordde de Indiaan dat hij heel goed opgevangen zou zijn. Sowieso beschouwden Wamponeg de mensen met een fysieke of mentale handicap als mensen met een gave. Zij werden vaak geraadpleegd, omdat ze verondersteld werden een goed contact met de geestelijke wereld te hebben. Bijzonder!
We komen een jonge Indiaan tegen die bezig is een boot te maken. Nou ja, hij laat vooral de natuur zijn gang gaan, zonder al te veel fysieke inspanning. Er is een vuurtje aangelegd in de stam, waardoor de stam langzaam uitholt, totdat er een in dit geval zeewaardige kano overblijft. Dit hele proces neemt ongeveer vier dagen in beslag. We zien wel enkele boomstam-kano's aan de kant in het water liggen, maar het lijkt erop dat ze half gezonken zijn. Tineke houdt het erop, dat ze door de regen wat dieper zijn komen te liggen.
We lopen door naar een paar vrouwen, die aan het koken zijn. Het koken gebeurt in principe buiten. Er hangt een ijzeren pot boven het vuur die de Wampanoag via ruilhandel verkregen hadden. Het liefst werken ze echter met lemen kommen en potten omdat dan de smaak beter bewaard blijft. In de ijzeren pot wordt een vissoep gemaakt en in de lemen pot en preutje met maïs, bonen, uien en knoflook. Het zag er niet heel appetijtelijk uit, dus ik vroeg of ze dit zelf ook daadwerkelijk aten. Ja hoor, vanochtend was de vissoep al genuttigd. Een brutale toeriste wil even samen met hen op de foto. Vervolgens pakt ze de pollepel om in de pot te roeren. De vrouwen weten echter ook hun mondje te roeren en maken haar duidelijk dat dat niet de bedoeling is. Volgens de vrouwen hadden ze tot de komst van de blanken ook geen last gehad van ziektes zoals diabetes. Ze aten alleen natuurlijke producten en ze aten ook alleen maar als ze honger hadden. Er wasgeen specifieke indeling in ontbijt, lunch of diner.
We hebben later in het restaurant een Wampanoag gerecht gehad genaamd qouhog. Een gestoomde mossel, waarbij de inhoud in de schelp vermengd was met kruiden erwten en maïs. Het was heerlijk en pittig!
We zagen verder hoe de hutten er van binnen uitzagen. Beide hutten hebben ronde vormen. In het midden is een vuur en boven de vuurplaats is op het dak een schuin paneel geplaatst waardoor de rook naar buiten kan en er geen sneeuw of regen naar binnen komt. Zoals een jonge Indiaan opmerkt hier geen hoeken zoals bij de Engelsen. Volgens hem is de luchtcirculatie en warmteregulering slim en eenvoudig geregeld. Langs de wanden hangen matten waarachter de warme lucht naar beneden gaat en onder de banken doorkomt . (Ik vond het inderdaad later opmerkelijk te zien dat in het Engelse huis de rook ondanks de schoorsteen binnen bleef hangen) Op de banken in de hut liggen de huiden van de dieren die daar leefden, maar niet van koeien , varkens geiten of schapen die door de Engelsen geïmporteerd zijn. De zomerhut was inderdaad opmerkelijk koel op deze warme dag. Prima plek om af te koelen na een potje Indian Football. We zagen verder op het 'voetbalveldje' enkele spelletjes die kinderen en jongeren deden. Veel oog-hand coördinatie spelletje waarmee vaardigheden geoefend werden die ze later nodig hadden. De kinderen hoefden geen volwassen activiteiten te doen, totdat ze eraan toe waren. Uiteraard sprak Riemy dit heel erg aan!! Jongens gingen dan met hun vader mee vissen en de meisjes mee koken of maïs verbouwen. Ook hier verloopt het proces heel natuurlijk. Geen puberteits problematiek. Met de Nederlanders handelden ze overigens al rond het eind van de 16 eeuw.
De Wampanoag leefden in harmonie met de natuur. Ze beschouwden de aarde als een levend wezen . Alle daarop levende wezens zijn met elkaar en met de aarde en haar 'Creator' verbonden. Als ze planten, gewassen of dieren uit de natuur namen om te eten, deden ze dat omdat het ging om het voortbestaan, maar ze deden dit ook met respect en dankbaarheid naar de 'Creator' die alles zo voorzien had.
Ach, ik had nog wel veel langer willen blijven, maar we wilden de rest ook nog zien. De nederzetting bij de blanken had natuurlijk wel iets bekends. De mensen liepen hier in 17- eeuwse kledij en spraken het Engels uit die tijd. How do you fare? De acteurs antwoorden alleen maar vanuit het perspectief van de 17e eeuw. Je hoefde ze echt niet naar de uitslag van het WK voetbal te vragen!
Ze verbouwden tabak, die alleen in Amerika verkocht mocht worden. In Engeland lag er een veto op.
Ik vroeg een van de mannen hoe hun leven in Leiden was geweest, voordat ze naar Amerika gingen. Ze werden goed behandeld door de Nederlanders. De reden om naar Amerika te gaan was dat ze daar land konden krijgen. Maar daar moest je wel wat voor over hebben : Zeven jaar in een klein hutje wonen van de maatschap. Na die zeven jaar mochten ze dan eindelijk zelf een stuk land hebben en daar hun eigen huis op bouwen. De oudste straat van Amerika ligt trouwens in Plymoth en heet de Leyden street.
En wat ze er ook voor over moesten hebben was de reis met het schip de Mayflower vanuit Leiden naar Amerika. We hadden al gelezen dat de reis 2 maanden had geduurd, maar we waren toch wel onder indruk van de barre omstandigheden, toen we de replica van de Mayflower bezochten in Plimoth. Wat een klein schip! We konden ons met geen mogelijkheid voorstellen dat hier 102 mensen mee vervoerd waren in het dekruim. Ook hier liepen weer acteurs rond die je vragen kon stellen. Voor mensen hadden veel langer dan 2 maanden op het schip gezeten. De afvaart in Leiden was een aantal keer uitgesteld. Bij aankomst kon men ook nog lang niet van boord, omdat de huizen nog gebouwd moesten worden. Dat hield in dat veel 7 maanden lang vertoefden op dit schip. Er was nauwelijks ruimte. Men bracht de tijd door met zingen, bidden, wachten en slapen. Geen ruimte voor een potje voetbal. Van de 102 Pilgrimfathers stierf binnen een jaar na aankomst de helft! Tineke kreeg het benauwd op het schip, m.n. door de warmte. De rest toch ook wel een beetje, omdat we ons nu zeer levendig konden voorstellen hoe de omstandigheden in die tijd waren. We zijn het erover eens dat als we in die tijd hadden geleefd we de voorkeur aan de Indiaanse levensstijl zouden hebben gegeven. Stel je voor om zo in harmonie met de natuur een potje Indian Football te mogen spelen.

Wet Sox

Vrijdag hebben we vanwege het slechte weer besloten om een dagje naar Boston te gaan. De stad waar de Amerikaanse onafhankelijkheid is ontstaan. We komen aan en parkeren onze auto in de haven (35 dollar!). Overal staan weer standjes die adverteren met whalewatching. De verleiding om nog een keer te gaan whalewatchen is voor papa toch wel erg groot.

Het begint vrijwel direct te regenen. Daarom besluiten we een tour te nemen met een trolley. Dat blijkt best wel leuk te zijn. Het is niet zo erg als een verstikkende bus en je hebt direct je persoonlijke gids. Er zijn 16 punten waar je in en uit kunt stappen. Onze eerste stop is in het historische centrum. Hier worden historische gebouwen afgewisseld met wolkenkrabbers. Ook loopt hier de Freedom trail langs. Die wordt aangegeven door een grote rode lijn over de grond en loopt langs alle historische gebouwen in Boston. Maar er is ook een Abercrombie en Fitch en daar gaat in het begin natuurlijk veel meer aandacht naar uit. Papa, die vindt dat de muziek in de winkel veel te hard staat heeft inmiddels de Quincy Market gevonden. Hier zat vroeger een overdekte markt en de Amerikanen hebben het natuurlijk omgebouwd tot een grote food court. Wat overigens wel heel smaakvol gedaan is. Tussen de grote pilaren kan je seafood, pizza, Grieks, Japans, hamburgers, koffie en nog veel meer krijgen. We proberen eerst een Lobster Roll (broodje kreeft) en een kopje Clam Chowder (soep van schelpdiertjes), lokale producten die erg goed smaken. Dan nemen we nog een stukje pizza van Regina's Pizza. Dat is ons aangeraden door een meisje bij Marylou's Coffee. Het smaakt allemaal erg goed.

Dan vervolgen we onze trolley tour. Het is al zo laat dat we niet meer uit kunnen stappen, maar dat maakt niet zo veel uit, omdat het inmiddels hard is gaan regenen. En vanuit de trolley krijg je ook een mooi beeld van Boston. Onze nieuwe chauffeur is een echte comedian, die vooral zichzelf ook erg grappig vindt. Wat opvalt is dat Boston erg veel mooie kerken heeft. Waaronder een kerk die helemaal rond is en geen ramen heeft (een soort toren). Volgens de chauffeur is de kerk zo gemaakt, zodat de duivel niet naar binnen kan en zich nergens in een hoekje kan verschuilen. Ook komen we langs Cambridge. Dat is een plaatsje aan de andere kant van de Charlson rivier. Niet te verwarren met de Engelse universiteit. Hier zijn wel de universiteiten van Boston gevestigd. De MIT (Massachussets Intsitution of Technoligy) en Harvard. Boston is trouwens een echte studentenstad. Van de 600.000 inwoners zijn er 250.000 student. Ook zien we nog het stadion van de Red Sox, het baseball team van Boston en de Boston Celtics, het basketbalteam. Beide teams doen het landelijk goed.

Achter in de trolley is het soms behoorlijk 'bumpy'. Het valt op dat overal in Amerika de wegen slecht zijn, met veel gaten en holen. Ook terwijl ik dit stukje schrijf, achter in de auto, word ik soms flink heen en weer geschud. De chauffeur heeft nog wel een passend grapje: It's not my fault, it's not your fault, it's the asphalt. Het laatste deel van de tour leidt door Beacon Hill. Een hele mooie buurt, met mooie straatjes, Dit is ook de duurste buurt van Boston. Een huis kost hier tussen de 2,5 en 25 miljoen dollar. En dan mag je niets aan het exterieur van het huis veranderen, omdat dat juist de buurt zo karakteristiek maakt. Als in een van de huizen zich een grote keten wil plaatsen, zoals Starbucks of Dunkin Donuts, moet het logo van die keten zich dus ook aanpassen aan het exterieur van de huizen. Zo krijg je dus middeleeuws uitziende uithangborden met in gouden letters bijvoorbeeld Dunkin Donuts of het logo van Starbucks.

Op de weg terug komen we door een tunnel. Volgens de chauffeur is er door de Amerikaanse overheid 16 miljoen in deze tunnel gepompt om de doorstroom van het verkeer in Boston te verbeteren, maar we staan alsnog in de file. Terug gekomen in het centrum struinen we nog een beetje langs de winkeltjes rondom de Quincy Market die veel lokale Baseball souvenirtjes aanbieden. Maar door de regen loopt dit vooral uit op Wet Sox. Eh.... Socks.

WOOOHW!

Donderdag 22 juli.

Het lijkt erop dat Matthijs het te druk heeft om te komen , dus wordt vandaag dan maar de dag We hadden hem graag mee gehad bij een van de hoogtepunten van de vakantie in Amerika, Whale watchen vanuit Provincetown. Volgens de aardige fietsverhuurder uit Falmouth ben je vanuit Provincetown minder vaartijd kwijt naar Stellwagen Bank het gebied waar de walvissen fourageren, dan bijvoorbeeld vanuit Barnstable. Cape Cod heeft de vorm van een gebogen arm waarbij ons huisjes zich in de schouder bevindt Barnstable in de spierbal en Provincetown in de hand. Dus over land is het voor Nederlandse begrippen best nog wel een reisje. Volgens Googlemaps 1 uur en 22 minuten, maar als we ’s ochtends de Tom Tom starten geeft die opeens 1 uur en 48 minuten aan. Dat wordt dat geen cappuccino bij Marylou’s (the best coffee in town) vandaag. Sommige stukken zijn tweebaansweg met stoplichten en het schiet niet op vanwege de drukte. Tineke vindt de weg wat tegenvallen. Je ziet inderdaad alleen maar bomen langs de kant van de weg. Pas op het laatst bij Provincetown in de buurt zien we een mooi landschap met duinen. Onderweg horen we op de radio dat Obama naar Martha’s Vineyard op vakantie gaat. Helaas pas in augustus en dan zijn wij al weer weg. Mark doet na hoe een Groninger zou reageren als hij Obama zou tegenkomen. “Oh, daar is Obama ja”

Gelukkig zijn we op tijd om 12.00 uur in Provincetown. De Dolphin VI vertrekt om 12.30 uur. Naast ons zit een gezin uit Utrecht ook al verwachtingsvol klaar. Ze horen dat we uit Nederland komen, dus geven ze met een grap aan dat we niet over hen hoeven te roddelden.

We varen ongeveer een uur naar de Stellwagen Bank en krijgen onderweg via de luidspreker uitgelegd waar we op moeten letten. Op de witte fonteintjes die uit de luchtgaten sproeien en eventuele vogels die boven de walvissen cirkelen. Na ongeveer 3 kwartier vraagt Riemy zich af of we nog wel wat te zien krijgen. Maar niet lang daarna zien we op ongeveer 400 meter aan de linker kant het eerste fonteintje. Sandra, degene die onze via de luidspreker van interessante informatie voorziet, vertelt dat we echter doorvaren. In de verte zien we een andere boot met in de buurt meer fonteintjes. De spanning loopt op. We gaan ze nu echt zien! Na een klein kwartier verder zijn we in de buurt gekomen. We zien in het begin alleen dolfijnen. Sandra geeft aan dat dolfijnen altijd in de buurt van de walvissen zwemmen. Waarschijnlijk zijn een paar dolfijnen aan het duiken met de walvissen en een paar hier boven. Opeens springt een walvis op ongeveer 50 meter voor ons een meter de lucht in. WOOOHW, geweldig. “Mark heb je dat gefilmd?” roept Riemy. Mark heeft de camera lopen. Even laten steekt de bultrug aan de andere kant van de boot nog eens zijn hoofd hoger boven het water uit. Het blijkt een kalf te zijn van ongeveer 6 maanden. Wat is dit genieten!! Sandra geeft aan dat de ogen van de walvis redelijk ver naar achteren staan zodat ze, als ze ons willen zien, hun hoofd flink uit het water moeten hijsen. Waar een kalf is zal ook een moeder in de buurt zijn. Verwachtingsvol turen we over het water en na ongeveer 20 seconden ………. ja daar zijn ze. Maar liefst 5 volwassen bultruggen zwemmen sierlijk naast de boot en spuiten elk keer als ze boven water komen de waterdruppels uit hun luchtgaten. Gefascineerd volgen we de walvissen tot ze even later onder de oppervlakte duiken en hun karakteristieke staarten parmantig achter zich aan onder water laten verdwijnen. Sandra vertelt over de voetafdrukken die de walvissen daarmee achterlaten op de oppervlakte. Dit zijn de gladde cirkels in het water veroorzaakt door de staarten als ze duiken. De moeder van het kalf heet Cajun en is herkenbaar aan haar witte staart. Elke walvisstaart heeft een unieke tekening aan de onderkant. Even lijkt het erop dat het kalf gaat rusten. De 5 walvissen komen even later weer boven en komen op de boot af. Het lijkt erop dat ze onder de boot door duiken en dat gaan ze inderdaad doen. Ze komen zo dichtbij dat ik de schrammen op de huid van een van de walvissen heel goed kan zien. Weer WOOOHW! Wat een ervaring! Snel lopen we naar de andere kant van de boot om ze daar ongeveer 10 meter verder weer op te zien komen. We volgen nog een aantal minuten de 5 walvissen, het kalf en de vele dolfijnen. Wat is dit genieten!!!! Dan komt er een andere boot in de buurt en gaan we op weg naar nog een andere plek.

Onderweg zien we een glimp van tonijn uit het water springen en dan komen we op een plek waar we ook weer 3 bultruggen zien. Deze volgen elkaar in rechte lijn en lijken op reis. Ook hier blijven we een tijdje en dan is het helaas al weer tijd om richting Provincetown te gaan. Onderweg komen we nog een paar bultruggen en dwergvinvissen tegen. In totaal denk ik hebben we iets van 12 walvissen gezien. Een mooie score.

Als we de haven van Provincetown weer binnenvaren zit een hele kolonie aalscholvers op de pier zich op te warmen.

In Provincetown (waar de eerste Pilgrimfathers voet aan land hebben gezet) wandelen we nog even vervuld - en ook vermoeid - van de indrukken door de gezellige winkelstraat. Uiteraard moeten er nog Amerikaanse zonnebrillen gekocht worden en nemen we een Italiaans ijsje. Dan gaan we huiswaarts. We doen onderweg nog even de Marconibeach aan. Een prachtige beach met de hoogste duinen van de National Seahore. Op deze plek werd ruim 100 jaar geleden door Marconi de eerste draadloze telegraafverbinding met Engeland tot stand gebracht.

We hebben geen zin meer om in het zoute water te duiken. We kijken naar de verrichtingen van enkele surfers op de kleine golven, maar onze ogen gaan toch elke keer weer richting de horizon. Zouden we nog ergens een fonteintje zien? Onderweg nemen we bij een gezellig restaurantje (of is het meer een viscafetaria) nog wat te eten. Het geheel is wel wat Amerikaans vet gefrituurd, maar ach wij zijn geestelijk nog helemaal vol van de walvissen. Ja, deze dag was echt: WOOOHW!

.

Warme en koude golfstroom

Tegen de verwachting in is het weer vandaag vrij goed. Maar het is wel erg broeierig. We hebben nog even met de gedachte gespeeld naar Boston te gaan, maar dat idee hebben we snel laten varen. Bij de koffie ziet Riemy twee knalrode vogels met een kuifje in de bosschages achter ons huis. Volgens het vogelboekje dat hier in huis ligt, zijn het Northern Cardinals.

We besluiten een uurtje op ons eigen strand te gaan zitten en na de lunch een nieuwe poging te doen het openluchtmuseum in Plymouth te bezoeken. Maar het is zo heerlijk op ons strand, dat we gewoon zijn blijven zitten (lezen). Tenslotte moeten we ook uitgebreid genieten van dit strand voor ons alleen. Af en toe nemen we een verfrissende duik in de bijna gladde zee. Wat een verschil met de golven van gisteren! De zee is hier overigens beduidend minder koud dan afgelopen dagen.

Het water aan de noordkant van Cape Cod, in de baai waar ook ons huisje aan ligt, is vele graden kouder dan dat aan de zuidkant van het schiereiland. Dat komt omdat de noordelijke golfstroom (uit Groenland) de Cape Cod baai instroomt en de warme, zuidelijke golfstroom langs de zuidkant van de landtong schampt. Voor zover wij het hebben kunnen zien, is het verschil niet zo groot dat er een afwijking in de vegetatie optreedt

Eind van de middag gaan we nog wel even naar Plymouth. Voor het open luchtmuseum is het dan te laat, maar het plaatsje is ook de moeite waard. We lopen door de oudste straat van Amerika met - de inmiddels bekende - houten huizen. Vlak bij het monument op de plek waar de pilgrimfathers ooit voet aan wal zetten, is een popconcert gaande. Op het podium staan een opa, vader en zoon (althans dat vermoeden wij) met verve bluesnummers ten gehore te brengen. Het klinkt niet slecht. Het publiek (met name ouderen) stroomt toe. Bijna zonder uitzondering heeft men een campingstoeltje bij zich. Ach ja, het poppubliek wordt ook een dagje ouder. Riemy ontdekt een leuk sieradenwinkeltje dat nog open is. Ze koopt er oorbellen voor Danique. En of we het openluchtmuseum deze vakantie nog te zien krijgen? Ik begin er een hard hoofd in te krijgen.

Martha's Vineyard

Dinsdag 20 juli

We worden wakker onder een strak blauwe hemel. Er vliegt een Hummingbird (Kolibri) in de tuin. Die zijn hier dus ook! We ontbijten snel, want we moeten van deze mooie dag gebruik maken. Voor morgen is er opnieuw onweer voorspeld. We hebben onze zinnen gezet op Matha’s Vinyard, het Schiermonnikoog van New England. En zoals alles in Amerika is dit eiland ook een beetje groter dan ons eigen Schier: 170 vierkante kilometer. Dat redden we dus niet in één dag. We varen van Falmouth naar Oak Bluffs, een plaatsje op het eiland. In Falmouth hebben we vier fietsen gehuurd (made in China…), want er is ons van verschillende kanten aangeraden het eiland per fiets te verkennen. De overtocht duurt ongeveer drie kwartier. De man van de fietsverhuur had ons verschillende tips aan de hand gedaan. Een daarvan betrof de gingerbreadhouses (peperkoekhuisjes) in Oak Bluffs. Het bleek een gouden tip te zijn. De houten huisjes in pastelkleuren liggen - heel on-Amerikaans - dicht tegen elkaar en gegroepeerd rondom een soort open kerk. Ze zijn daar ongeveer twee eeuwen geleden door een nogal hechte religieuze groepering neergezet (vandaar het voor Amerika ongebruikelijke stratenpatroon). Het ene huisje is nog mooier dan het andere en zonder uitzondering hebben ze een veranda met schitterend houtsnijwerk.

We fietsen in de richting van Edgartown (zuidoosten) door een mooi gebied met aan de ene kant van de weg het strand en de oceaan en aan de andere kant grote plassen met brak water, waarin diverse vogels (ik herken de sterntjes en een witte reiger) zich tegoed doen. Jammer dat het fietspad langs een weg loopt waarop heel erg veel auto’s rijden. Het is net geen file. Zo druk hebben wij het in Amerika nog niet gezien! Zonde dat ze deze weg niet afgesloten hebben voor autoverkeer. Dat had makkelijk gekund, want een paar kilometer verderop loopt nog een weg naar Edgartown. But this is Amerika: je moet met de auto tot op het strand kunnen komen. Wat wel weer prettig is, is dat er verder geen kermis van is gemaakt. In Nederland zou zo’n weg vergeven zijn van de patattenten en de standjes waar je parasols, badlakens en plastic strandspeelgoed kunt kopen. Hier is niets, op een soort caravannetje na waar je (home made) frozen lemonade kunt krijgen.

Ook Edgartown is een plaatje met z’n mooie houten herenhuizen. We lunchen even buiten Edgartown op het terras van een klassiek winkeltje, waar ze Italiaanse broodjes verkopen. “Eindelijk een Amerikaan die weet hoe je lekkere broodjes moet maken” verzucht Mark. Daarna zetten we de tocht voort naar de South Beach (Katama Beach). Dit strand is populair vanwege de hoge golven. Het is een van de weinig plekken aan de oostkust waar gesurft kan worden. En de golven zijn hoog! We hebben er een uurtje heerlijk in gespeeld. Dan moeten we snel terug om de boot niet te missen. Oak Bluffs is zeker nog anderhalf uur fietsen.

Toen we bij de South Beach aankwamen, verbaasden we ons erover dat veel Amerikanen daar hun autobanden aan het oppompen waren. Er stond aan de voet van de duinen zo’n apparaat waarmee je de luchtdruk in de banden regelt en dat je normaal alleen bij een benzinepomp aantreft. Later bleek ons de functie hiervan. We hadden al eerder gezien dat die Amerikanen de auto bij voorkeur op het strand parkeren. Maar om goed door de duinen te kunnen rijden, laten ze lucht uit hun banden lopen. Dan hebben ze goed grip op het mulle zand. Maar ja, die lucht moet er daarna weer in…

Op de boot terug naar Falmouth nemen we allemaal, zoals het de echte Amerikanen betaamt, een hotdog. Heerlijk! De aardige eigenaar van de fietsverhuur Holiday Bikes wilde precies weten wat wij hadden gedaan en wat we van het eiland vonden. En vervolgens gaf hij ons nog diverse tips over welke beaches we beslist nog op Cape Cod moesten zien en met welke firma we de whales moesten watchen en met welke niet. Hij vond het waarschijnlijk wel een mooi verhaal voor thuis: vier van die rare Nederlanders die op zijn fietsen Matha’s Vineyard hadden bedwongen.

Thunderstorm

Maandag 19 juli

Vandaag hadden we een lui dagje. Noodgedwongen: het was slecht weer. We hadden gepland om eerst naar ons privéstrand te gaan en vervolgens naar het openluchtmuseum in Plymouth. Plymouth is een plaatsje aan de kust, iets ten noorden van Cape Cod. In 1620 gingen hier na een zware reis van twee maanden op het schip de Mayflower honderdentwee Pilgrimfathers aan land die het in hun vaderland niet meer zo gezellig vonden. Deze gebeurtenis markeert het begin van de moderne Amerikaanse geschiedenis en dat maakt Plymouth tot een begrip voor iedere Amerikaan. En dat heeft er ook toe geleid dat Plymouth nu een prachtig openluchtmuseum (Plymoth Plantation) heeft over de tijd dat de pilgrims hier begin 17de eeuw een nieuw leven probeerden op te bouwen. Maar wij moesten de Plymoth Plantation vandaag aan ons voorbij laten gaan. De thunderstorm die voor het einde van de dag was voorspeld, diende zich na het ontbijt al aan. En vervolgens heeft het uren geplensd. Voor de natuur wel goed, want het had hier al weken niet geregend. Na de lunch hebben Mark en ik boodschappen gedaan in zo’n mega supermarkt, zoals je ze alleen in Amerika hebt. Toen we terug reden, klaarde het plotseling op. En het werd meteen weer warm. We besloten een flinke wandeling langs het strand te maken, maar eigenlijk was het daarvoor al weer te heet. Dus zijn we halverwege op onze schreden terug gekeerd. En dus bleef het een lui dagje. Het enige dat ons van deze dag zal bijblijven is dat we ’s avonds op het journaal hoorden dat er zich niet ver bij ons vandaan een tornado aan het ontwikkelen was. Dat is voor dit gebied nogal bijzonder. Doordat het momenteel in de woestijnen in centraal Amerika zo verschrikkelijk heet is (Death Valley: 52 graden Cesius…), vormen zich richting het oosten, boven the Big Lakes heftige thunderstorms. Er wordt voor de komende dagen nog meer onweer voorspeld, maar voor morgen ziet het er goed uit.