Proud to be an American
Het huisje in Sandwich is helemaal zoals we het ons hadden voorgesteld. Veel hout van binnen en heel smaakvol en romantisch ingericht met attributen uit de scheepvaart. Allen en Ginni Swanson onthalen ons vriendelijk en laten ons de belangrijkste dingen zien. In de serre hangt een grote namaakpapegaai, dus ik kan direct onze ruime oppas ervaring met Jewel (de papagaai van buurvrouw Chiene) kwijt. Nadat de Swansons zijn vertrokken, steken we de straat en de duinen over en kunnen we genieten van de Sagamore beach. Wat een verschil met Corsica vorig jaar. Dit is weer een Amerikaans strand, zoals we dat 2 jaar geleden ook zagen. Absoluut niet druk! In de duinen en bij de huizen aan het strand zien we weer de nodige Amerikaanse vlaggen wapperen. Er is geen land zo trots als Amerika! Tineke en Riemy lopen met blote voeten het water in, maar dat is behoorlijk koud. In ieder geval uitstekend geschikt om af te koelen want ons huisje heeft geen airco, wel een prachtige serre waar je alle schuifdeuren tegen elkaar kunt openzetten. We besluiten vanavond weer eens zelf te gaan koken. Onze cottage heeft een grote gasbarbecue, dus dat wordt lekker Amerikaans grillen met dikke T-bone steaks.
Zondag is Mark al een heel stuk opgeknapt. Wat zo'n T-bone niet doet! Uiteraard zullen de zeelucht en het ontbreken van een airco ook geen nadelig effect op zijn gezondheid hebben gehad.
Na het ontbijt trekken we naar het strand waar we heerlijk een paar uurtjes doorbrengen. Riemy, Tineke en ik trotseren de koude oceaan. In Groningen zouden ze zeggen: 'Nait veur watjes' Dit lijkt wel de temperatuur van de 'badkuip'in de beek in de bergen van Corsica vorig jaar. Mark (nog herstellende) zit in het strandstoeltje een boekje te lezen. Het lijkt ons wel raadzaam dat hij nog een hoofddeksel opdoet, want de zon brandt genadeloos. Ik heb uiteraard nog een mooi oranje petje in de aanbieding en een oranje zonneklep met de Nederlandse vlag. Waarom zouden wij niet trots zijn op onze herkomst? Maar Mark besluit toch nog even zijn NYFA (New York Film Academy) petje te halen uit de cottage. En ik moet zeggen dat hij er met dat petje en zijn zonnebril uitziet als een Amerikaanse regisseur. Ik doe Nederland intussen geen eer aan met mijn oranje petje want mijn buik heeft al behoorlijk de kleur van een (gekookte) lobster aangenomen. Toch zonnebrand op moeten doen. Ook de dames waren na een tijdje aardig bijgekleurd, dus zochten we verkoeling in een tochtje met de auto. Het plaatsje Sandwich aan de andere kant van het kanaal is het oudste plaatsje van Cape Cod en ook Hyannis hebben we kort bekeken. Deze plaats was in het verleden regelmatig vakantieoord van JF Kennedy.
Onderweg genieten we van de leuke huizen. Het wordt een spel om te tellen hoeveel huizen geen Amerikaanse vlag hebben hangen of de in een halve cirkel gedrapeerde blauw - wit - rode vlaggen. Riemy kwam op een bepaald moment tot 5. Een ander fenomeen dat we ook al in Vermont zagen, zijn de bordjes in de tuin met: Supporting our troops. Mark wist nog te vertellen dat de ribbon die we op veel auto's zien, dezelfde betekenis heeft als de bordjes.
Wie weet zijn de volgende generaties Irakezen en Afghanen Amerika net zo dankbaar als onze ouders en grootouders na WOII en kijken zij er niet van op dat er zoveel Amerikanen trots op hun land zijn.
No Moose but an old Soez
Zaterdagochtend kon ik het hele gezin een compliment geven. We zaten exact om 11.00 uur in de auto.
Bij het afscheid van het Econolodge motel spraken we een van de werknemers nog over onze Moose safari. Volgens hem zijn het over het algemeen domme dieren. Bij het motel had er wel vaker een in de tuin gestaan. Ook wou een Moose wel eens zijn hoofd in een open autoraampje steken op de parkeerplaats. Ze worden ook regelmatig aangereden en aangezien ze groter dan een paard zijn en ongeveer 1200 pounds wegen, kun je je voorstellen wat dat voor de auto betekent. De Moose brengt het er trouwens bij zo'n botsing meestal ook niet goed vanaf omdat de gemiddelde Amerikaanse auto doorgaans ook wat extra pondjes heeft.
Als we weg rijden zien we aan de kant van de weg het bekende verkeersbord: next 4 miles Moose crossing. Ja, Ja...
Gisteravond hebben we trouwens ook geen beren gezien en dat terwijl ze direct naast ons hotel in de afvalbakken hadden gezeten en zich waarschijnlijk tegoed hebben gedaan aan de overblijfselen van onze Chinese en Italiaanse takeaway van woensdag en donderdag. Het ging om een berengezin met twee kleine beren. Ze hadden de takeaway mee het bos ingenomen en er een behoorlijk zootje van gemaakt. Waren we nu maar met de vette pizza in de auto bij de afvalcontainers gaan staan, dan hadden we in elk geval nog een bear-encounter gehad.
Mark is nog steeds minnetjes. Hij mag voorin zitten en het duurt niet zo lang of hij valt in slaap. Hij geeft weer geluiden van zich af, waar beren en elanden behoorlijk van onder de indruk zouden zijn.
We rijden op de 4 richting de 89 en de Tom Tom geeft aan dat we ongeveer 4 uur en 15 minuten onderweg zijn naar Cape Cod. Maar ik denk dat we wel langer onder weg zijn. Je mag op dit stuk weg 45 mph maar voor ons rijdt met een ‘snelheid' van 35 mph een ‘olle soez'[1]. So we didn't see a Moose but an old Soez. De slechte wegen nodigen misschien ook niet uit om lekker door te rijden.
We komen door de plaats Woodstock waar de wegen en de huizen er al weer een stuk beter uitzien. Op de markt treden twee muzikanten op. Zou dit dan de bekende flower power plaats zijn? Achteraf blijkt van niet. Het beroemde Woodstock ligt in de Hudson vallei onder Albany. De ‘olle soez' is gelukkig blijven hangen in Woodstock. En op de 89 kunnen we lekker doorrijden. Echter geen Starbucks langs deze snelweg. Onderweg komen we weer andere bekende plaatsnamen tegen. Manchester bijvoorbeeld, waar we een pauze nemen in een parkje. Ook hier geen moose of een beer, maar wel twee chipmunks die wij dan ook maar vernoemen..... naar Knabbel en Babbel .
Ruim een uur later zijn we in Boston. 'En Riemy hoe zat het ook al weer met de Boston Tea party?' Riemy wist nog wel dat ze een 8 op dat werkstuk had gekregen. Maar had ze dat ook in gehele ‘onafhankelijkheid' gedaan?
De weg naar Cape Cod vanuit Boston is overladen vol. Iedereen wil verkoeling in de zee, want het is 95 gr Fahrenheit (35 Celcius) in Boston. Onze Tom Tom lijkt in Amerika soms ook net een ‘olle soez'. Hij is zo nu en dan helemaal in de war. Gelukkig komen we nog redelijk op de afgesproken tijd aan bij ons vakantiehuisje aan zee. Hier zal zeker geen moose ons pad kruisen, maar we worden wel begroet door bijzondere vogelgeluiden, waarvan ik me afvraag of Opa en Oma die zouden herkennen. Op het schuurtje achter het huis zie ik een windvaan in de vorm van een walvis. Dat treft, de komende week gaan we dat zeker doen: Whale watching.
[1] Gronings voor ‘ouwe zeur'.
Kuuroord Green Mountains
Mark heeft een minne dag vandaag. Hij slaapt de hele ochtend. Paul, Riemy en ik doen wat boodschappen en we verkennen de omgeving. De Green Mountains zijn prachtig. Uitgestrekte bossen: naaldbomen gemixt met loofbomen (veel Amerikaanse eik). Deze bossen trekken in de herfst veel toeristen omdat ze dan fraai verkleuren. Bovendien zijn er hele mooie bloemenweitjes die paars, geel, blauw en wit kleuren van diverse soorten klaver, kattenstaarten en kamille. Maar de dorpjes zijn ook hier weer vreselijk. Kraak noch smaak. Alle huizen, winkels en hotels zijn van een soortgelijke lelijkheid. Paul en ik trekken de vergelijking met de vroegere DDR. En dat is raar, want in een land waar het kapitalisme nog steeds hoogtij viert, zou je toch veel meer diversiteit en variëteit in de kwaliteit mogen verwachten. Of zouden de staatsgestuurde en de door de grote massa gestuurde economieën uiteindelijk op elkaar gaan lijken, in ieder geval uiterlijk? Als je hier rond loopt, ga je dat wel denken. In het skigebied, waar ons hotel staat, hangt een sfeertje van vergane glorie. Veel hotels, cafés en winkels staan leeg of te koop. Voor een deel komt dat omdat het hier nu geen hoogseizoen is. Maar wij vragen ons ook af of we hier met de gevolgen van de kredietcrisis te maken hebben. En sommige zaken - ons hotel ook bijvoorbeeld - hebben alleen aan de voorkant een verfje gehad. Aan de achterzijde moet je niet kijken, want daar bladdert de verf van de houten wanden.
's Middags hebben we gezwommen in een van de vele schilderachtige meertjes die dit gebied rijk is (de Chattenden Dam). In Nederland zou zo'n meertje vergeven zijn van de zeilbootjes en windsurfplanken. Hier niet. Er kanoën wat mensen en in de loop van de middag wordt er één motorboot in het water gelaten. Mark heeft in de schaduw een boekje gelezen.
Vrijdag 16 juni
Met Mark houdt het nog niet over. Hij heeft vandaag weer bijna de hele dag geslapen. Verbetering tekent zich nog niet af. We hopen dat het morgen iets beter gaat, want dan moeten we weer op reis.
Vanaf zaterdag kunnen we terecht in ons huisje op Cape Cod. Dat is nog zo'n vier uurtjes rijden.
Paul, Riemy en ik hadden vanochtend een wandeling rond een meertje naar een waterval gepland. Maar toen we uit de auto stapten, werden we besprongen door een hond en horzels. Vooral de horzels
deden ons (nou ja, Riemy en mij) besluiten om maar weer snel in de auto te kruipen. Daarna zijn we naar het hoogste punt in de omgeving gereden (Killington Peak, 4025 feet), in de hoop dat de
horzels hier minder in aantal zouden zijn (en dat was ook zo). Daar hebben we vervolgens een prachtige bergwandeling gemaakt langs rotsige, hier en daar sterk stijgende paadjes die soms door het
bos en dan weer door prachtige bloemenweitjes slingeren. 's Middags zijn Paul en ik met een gondel dezelfde berg weer opgegaan. Vervolgens zijn we naar beneden gelopen. Helaas was het weer wat
minder geworden waardoor ons de anders zo prachtige vergezichten onthouden werden. Tegen de schemering hebben we met z'n vieren een moosesafari gedaan (gewoon met onze eigen auto). Het weer was er
volgens ons ideaal voor (mistig en broeierig), maar er heeft zich geen moose aan ons getoond. Wel zijn we langs fantastische plekjes gekomen en hebben we twee herten gezien.
Sleepless in Victor
Het is lang geleden dat ik zo beroerd geslapen heb. En ik niet alleen. Paul heeft de hele nacht geen oog dicht gedaan en Riemy is slechts een paar uur onder zeil geweest. En dat lag niet aan het keurige Holiday Inn hotel in Victor, waar we gisteravond nog terecht konden in een ruime kamer met twee queens bedden. Mark zijn keel is door de ontsteking zo dik geworden dat hij de hele nacht als een dolle heeft liggen snurken. Hij is dus de enige die wel geslapen heeft...
Met Mark gaat het iedere dag iets minder. De antibioticum lijkt nog steeds niets te doen. Gisteren in het Medical Centre in Bergen (dat ligt onder de rook van Rochester) hadden ze al gezegd dat de kans groot is dat hij een virus onder de leden heeft en geen bacteriële infectie. En dan is er maar één remedie: uitzieken. We besluiten daarom vandaag in één keer door te rijden naar de Green Mountains (Vermont) en er een paar dagen te blijven. Dan kan Mark daar een beetje bijkomen.
We wilden sowieso naar de Green Mountains om daar een moose (eland) te zien. Paul bestelt via Internet twee kamers in de Econolodge in Mendon (Killington), een ski- en hikegebied in het hart van de Green Mountains. Een beetje melig door de slapeloze nacht vraagt hij de telefoniste van de reserveringscentrale: 'do you have a room with a moose for my wife?' Riemy schaamt zich rot... Op papier ziet het hotel er aardig uit: het lijkt redelijk vrij en hoog in de bergen te liggen. Maar in Amerika weet je het maar nooit. Het vooruitzicht van twee kamers - een voor de snurker en een voor de niet-snurkers - is in ieder geval aantrekkelijk.
We rijden weer terug naar Albany en daarna via Saratoga Springs naar het Noordoosten. Onderweg zien we af en toe een soort grote marmotten in de berm van de snelweg. Ze
zitten rechtop met de voorpootjes omhoog om zich heen te kijken. Grappige beestjes.
Het hotel valt inderdaad voor Amerikaanse begrippen erg mee. Het ligt weliswaar aan een grote weg, maar hoog op een berg en in het groen. Bovendien hangt er een aardig sfeertje, dat voornamelijk wordt bepaald door de gezellige entree met open haard. Naast de ingang hangt een bordje met: beware of the bear... Er is kortgeleden hier in de buurt zo'n monster gesignaleerd. Het wordt ons aangeraden niet alleen naar de afvalcontainers te gaan achter het hotel. Desalniettemin slaapt iedereen die nacht heerlijk. Maar een moose zien, zou volgens de hoteleigenaar nog wel eens lastig kunnen worden. Hij had er zijn hele leven nog maar vier gezien.
Maid of the mist
We werden wakker in het hotel, met een heel lekker ontbijtje. Ontzettend kleffe broodjes, met allemaal zoet spul. Typisch Amerikaans dus.
Vandaag zijn we naar de Niagara Falls geweest, een van de zeven wereldwonderen. Je kon daar met een boot langs de waterval varen. Toen we in de rij stonden kwamen er allemaal mensen kletsnat uit. ‘You're gonna get wet,' was wat ze zeiden. Toen we de boot op liepen zochten we een mooi plekje uit aan de voorkant van de boot, zo kon je alles goed zien. De mensen hadden gelijk, door de waterval stond je voor je gevoel onder een enorme regenbui. Het was heel mooi om te zien, alleen je had het idee dat het meer in de natuur zou liggen. Het ligt midden in een stad, een enorme kermis is er omheen gebouwd. Een heel apart gezicht, een waterval met daarachter grote wolkenkrabbers. Toen we weer uit de boot stapten waren we allemaal doorweekt. Daarna zijn we naar het ziekenhuis geweest omdat Mark heel erg last van zijn keel had. We moesten daar 3 of 4 uur moeten wachten, dus zijn we doorgereden. Later kwamen we in een leuk plaatsje, waar ze heel vriendelijk waren en Mark hebben geholpen. We hebben daar ook een hotel gezocht. In de avond zijn we gaat eten in een Indiaas restaurant, het eten was heel lekker.
Buckle up!
New York zit er weer op. We gaan vandaag op reis. Paul heeft vanochtend vroeg de auto gehaald bij een verhuurbedrijf op Manhattan. Vervolgens hebben we die volgestouwd, vooral met spullen van Mark.
God, wat heeft die jongen afgelopen maanden een rommel vergaard! Hij heeft al een extra grote koffer gekocht, maar zelfs daar past het allemaal niet meer in. Voor Mark is dit al een beetje het
afscheid van zijn Amerika reis. Gisteren heeft hij de avond nog met zijn New Yorkse vrienden doorgebracht, vanaf vandaag moet hij het weer met zijn ouders en zusje doen. Dat valt niet mee
natuurlijk....Hij is er zelfs een beetje ziek van. Sinds afgelopen zaterdag heeft hij behoorlijk last van zijn keel. Hij lijkt een behoorlijke keelontsteking te ontwikkelen (voor hem een bekende
kwaal) en daarom is hij sinds zaterdag al aan de (uit voorzorg meegenomen) antibioticum. Maar dat lijkt nog niet erg aan te slaan.
We rijden in Noordelijke richting door de Hudson Valley naar Albany. Het plan is om de Niagara Falls aan te doen. We zien wel hoe ver we vandaag komen, dat is het voordeel van niets geboekt te
hebben. De Hudson Valley is prachtig. Volgens de reisgidsjes is het vergelijkbaar met het Rijndal en dat is inderdaad ook zo: een prachtige, kronkelende rivier door glooiende, groene heuvels.
Alleen het is hier veel minder toeristisch bij de Rijn. En dat levert prachtige natuurplaatjes op, maar wat je mist, zijn de terrasjes en kleine kroegjes. Ook tijdens de vorige reis hebben we ons
al verbaasd over het ontbreken van gezellige horecagelegenheden in dit land. Afgezien van in steden als New York gaan de Amerikanen bij voorkeur uit bij zaken als McDonalds, Burgerking, Subway of
de Dunkins and Donuts op een industrieterrein. Wat we hier ook missen zijn de kastelen. Wel zijn er moderne, imposante kastelen neergezet door de rijken en groten der aarde als Vanderbilt en
Rooseveld.
We gaan bij Poughkeepsie van de snelweg af om de Hudson van dichterbij te kunnen aanschouwen. We zijn blij verrast door prachtige plaatsjes als Staatsburg en Rhinebeck. We zien hier van die typisch
Amerikaanse houten huisjes met brede veranda's en rondom veel groen en bloemen. En bijna allemaal hebben ze een Amerikaanse vlag in de tuin!
Na Albany koersen we richting Buffalo, aan de rand van Lake Erie. We hebben besloten toch maar in één keer naar de Niagara Falls te rijden. Qua miles is het te doen en bovendien: dan zijn we er
maar vast. Onderweg komen sommige plaatsnamen ons bekend voor: Amsterdam, Rotterdam, Rome, Verona en Ithaca... En weer andere herinneren aan de oorspronkelijke bewoners van dit land: Canandaigua,
Syracuse en Cheektowaga. Met enige regelmaat staan er langs de kant van de weg bordjes met buckle up (gordels om)! En om dat enige kracht bij te zetten, is er het volgende aan toegevoegd: It's the
law, the State of New York.
's Avonds om een uurtje of negen arriveren we in ons (onderweg gereserveerde) hotel. Een hotel in Amerika lijkt nog het meest op een rijtje garageboxen met aan de ene kant een strak geasfalteerd
parkeerterrein en aan de andere kant een grote weg. Geen bloemetje, geen boompje, niets. Functioneel overnachten dus. Als je mazzel hebt, zit er nog een zwembadje bij. Volgens Riemy zou het wel
eens zo kunnen zijn dat de nabijheid van een McDonalds voor de meeste Amerikanen belangrijker is dan de sfeer, uitstraling of omgeving van een hotel. Nou ja, we zullen het er de komende dagen mee
moeten doen.
We wippen nog snel even bij de beroemde Falls langs, want volgens de hoteleigenaar is er elke 20 minuten tot middernacht een spectaculaire lichtshow. Dat laatste valt wat tegen, maar we zijn wel
diep onder de indruk van het donderende geraas van de talloze liters water die daar - iedere minuut maar weer - naar beneden storten. Dit gaan we morgen nog eens goed bekijken.
Oranje ten onder
Dit zou toch een gedenkwaardige dag moeten worden. Vanochtend stond een bezoek aan de Abyssinian Baptist Church in Harlem op het programma. Deze kerk staat bekend om haar geweldige gospelkoor. 'Oh
happy day ' neuriënd namen we een taxi naar Harlem. Het zou vast geen kwaad kunnen om ons devoot voor te bereiden op finale van vanmiddag. Onze Algerijnse chauffeur had nog nooit van het koor
gehoord, dus kwamen we maar weer snel te speken over het voetbal. Hij dacht dat Spanje zou winnen.
Bij de kerk in Harlem leek het mee te vallen met de drukte. Voor de deur werden de mensen opgevangen en verwezen naar een rij om de hoek van het blok en bovendien was er een dresscode, dus Mark
mocht niet naar binnen met zijn korte broek. Even overwogen we of we ons zouden opsplitsen. Wij in de rij in Harlem en Mark en Riemy naar de kerk der mode van Abercromby en Fitch om voor de tweede
keer het shirtje te ruilen voor Lusanne. De dresscode voor deze winkel is overigens geheel anders. Die doet een beetje denken aan het beroemde beeld David van Michelangelo. Op de A&F tasjes
staat een half blote, gespierde en haarloze torso van een man, met een spijkerbroek die nauwelijks boven zijn (waarschijnlijk kale) kruis uitkomt. Zo kom je de kerk zeker niet in!
Tineke en ik waren netjes gekleed, nog niet in het oranje. Toen we echter om de hoek liepen stond daar een rij tot de volgende hoek en ook around the next corner stond weer een hele rij. Een van
mannen die ons voor de kerk opving had al geroepen :'We have to find you another church'. We zagen Mark en Riemy nog staan en besloten samen naar Silvia's te gaan, een etablissement dat ook bekend
stond om zijn gospelbrunches. Daar was echter geen gospel te horen en aangezien je er alleen soulfood kon krijgen en geen koffie, slenterden we loom verder naar de Starbucks. No dresscode required,
dus we konden heerlijk koel onze cappuccino en iced tea en iced coffee drinken.
Na nog een blik te hebben geworpen op de verblijfplaats van Mark aan de 3th Avenue hebben we onze broodjes in Central Park gegeten. Vervolgens hebben Mark en Riemy de blouse voor Lusanne geruild
(de rij bij A&F gaat slechts 1 hoek om) en hebben Tineke en ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de Trump Tower (met waterval in de hal) te toiletteren. Niet in de waterval hoor, maar op
de goud blinkende toiletten.
Ach, de hele dag was toch een opvulling richting de finale. Op straat kwamen we al veel in het oranje geklede mensen tegen en toen zijn wij ons ook maar snel gaan omkleden in ons appartement.
Toen we in het oranje naar de Irish Pub liepen (waar we de wedstrijd zouden zien), wenste ik een Spaanse supporter: 'Good luck'. Hij was echter van mening dat Nederland dat meer nodig had.
Over de 120 zenuwslopende minuten is in Nederland waarschijnlijk al genoeg geschreven. Toch was het leuk om te zien hoe oranje New York ook na de wedstrijd was. En een aantal mensen riep ons toe:
'I'm so sorry!' en wij riepen dan : 'It's not your fault'.
Om er nog enigszins een happy day van te maken, sloten we de dag af met een bezoek aan de ‘Top of the Rock', het dak van het Rockefeller Center. Op de nieuwe kamer van Mark bij ons thuis hangt de
bekende foto van de bouwvakkers die hun broodje zitten te eten op een balk van dit gebouw op ijzingwekkende hoogte. Het uitzicht dat zij hadden, hebben wij deze zondag ook. Ach, er is meer dan
voetbal. New York is toch het mooiste van boven af en als troost gaat vandaag de zon hier prachtig Oranje ten onder.
Moma
Zaterdag 10 juli 2010
Vandaag zijn we in het Museum Of Modern Arts (het Moma) geweest. New York heeft diverse musea die de moeite waard zijn, maar er zijn er twee op het gebied van de moderne beeldende kunst die je - als je hier dan toch bent - eigenlijk wel gezien moet hebben: het Moma en Guggenheim. Guggenheim bewaren we dus voor de volgende keer.
Het Moma staat in het hartje van Manhattan, niet zo ver van ons appartement. Maar om de voeten te sparen, namen we toch een taxi er naar toe. Bovendien wilden we Paul niet de mogelijkheid ontnemen om met weer een andere taxichauffeur te speculeren over het op handen zijnde voetbaltreffen tussen Spanje en Nederland.
Het probleem met musea vind ik altijd, dat er veel te veel te zien is. Je kunt het onmogelijk allemaal in één keer bekijken. Je zult dus keuzes moeten maken en niets is moeilijker dan dat. Het Moma bestaat uit 6 etages, waar voor een deel de vaste collectie tentoon wordt gesteld, maar waar ook tijdelijke exposities zijn. Toen wij er waren, was er bijvoorbeeld een speciale expositie over Picasso. We zijn begonnen op de zesde etage bij de vaste collectie moderne kunst uit de periode 1900 - 1930. En ze hingen er allemaal: Van Gogh, Seurat, Picasso, Braque, Miro, Chagall, Gaugin, Kandinsky, Duchamps, Magritte, Mondriaan, enz, enz. Prachtig om deze topstukken, die je zo goed kent uit de kunstboeken, nu eens in het echt te zien. De kinderen vonden het ook erg leuk. Het was eigenlijk de eerste keer dat we een museum voor moderne kunst met ze aandeden. De tentoonstelling bood een mooi overzicht van het onderzoek aan het begin van de 20ste eeuw naar nieuwe (abstracte) uitdrukkingsvormen en de diverse stromingen daarbinnen. Het kon de kinderen wel boeien om Picasso en Mondriaan zich steeds meer richting te abstracte schilderkunst te zien bewegen en daarnaast de experimenten van Magritte of Duchamps te zien. Riemy heeft een hele tijd staan kijken naar een schilderij van een (voor mij onbekende) Amerikaanse schilder, dat op het eerste gezicht geheel abstract lijkt, maar waarin je na verloop van tijd steeds meer gezichten gaat herkennen. Daarna zijn we afgedaald naar de vijfde etage: de moderne schilderkunst uit de periode 1930 - 1970. Daar hingen de Lichtensteins, De Koonings, Pollock's en de Andy Warholl's. Maar je merkte dat toen de aandacht al begon te verslappen. Dan wil je eigenlijk toch weer te veel. Bovendien was het er zo koud! De airco stond veel te hoog. Op een gegeven moment zijn we de tuin in gevlucht om op te warmen en hebben we een kopje (hete) soep (geen Campbell) gegeten. Nadien zijn we nog even over de afdeling media gegaan (dat wilde Mark graag nog zien), maar dat was een teleurstelling. Je kent het wel: drie aan elkaar gelaste landbouwwerktuigen, een baal stro en daartussen een paar televisies met onbegrijpelijke filmpjes en dat is het dan. Dat hebben we in het Groninger Museum (Micha Klein) wel beter gezien.
De lunch hebben we genuttigd in het Central Park tussen de marionettenspelers en portretschilders in. En er kwamen ook nog twee eekhoorntjes om de hoek kijken. Daarna hebben we ons gestort op de podia van de commerciële verkoopkunst aan The fifth Avenue: the Apple Store, Abercrombie and Fitch, Zara en Gucci. In de Applestore hebben Paul en Mark zich vergaapt aan de nieuwe Ipad (de voorbeschouwingen voor het voetbal deden het er erg goed op, geloof ik). Riemy had op haar verjaardag geld gekregen om voor een nieuwe laptop te sparen. En dat brandde in ze zak, want Iphone zag er ook wel heel aantrekkelijk uit. Maar ze heeft het niet gedaan! Voor de Abercrombie and Fitch stond een rij jongeren geduldig te wachten tot het moment dat naar binnen mochten om hun geld te slachtofferen aan de nieuwste rage. Absurd! Mark, die zijn cadeautje voor Lusanne uit deze winkel wilde ruilen, mocht gelukkig tussendoor naar binnen. Riemy en ik hebben vervolgens bij de Zara een op de Abercrombie and Fitch lijkende blouse gescoord, maar dan voor de helft van het geld.
's Avonds hebben we in de buurt de lekkerste pizza gehaald die we ooit hebben gegeten bij de mafste Italiaan die we ooit zijn tegengekomen. Hij kweekte de basilicum voor zijn pizza's tussen de geraniums in bakken aan de kant van de weg. Misschien was dat wel het geheim van zijn overheerlijke pizza's.