Fischer.reismee.nl

The one and only One


Donderdag 31 juli
Vanochtend om vijf uur werden Paul en ik gewekt door gestommel op het terras. Onze slaapkamer grenst aan het terras en we hadden de deur een beetje open gelaten. Ja hoor, de wasberen waren weer op bezoek. Dit keer waren het er vijf! Twee volwassenen en drie kleintjes. En die kleintjes waren met elkaar aan het rollebollen, dat maakte zo'n herrie. Ze waren behoorlijk brutaal: eentje kwam zelfs met zijn voorpootjes tegen het glas van de deur op staan. Even overwogen we om Mark en Riemy ook wakker te maken, maar dat hebben we toch maar niet gedaan. We moesten de volgende dag weer een eind rijden. Na een kwartiertje gingen de beertjes ergens anders de boel onveilig maken.

Om 11.00 uur hadden we de pakkelage weer in de auto. Met drie cappuccino's en een Pink Lemonade van de Starbucks in de hand zetten we koers richting het zuiden. Cambria, halverwege de kustweg van San Francisco naar Los Angelos, is vandaag het doel. We rijden nog één keer naar de Twin Peaks voor een laatste blik op deze mooie stad. Deze keer is de mist wel weg, we hebben prima zicht. San Francisco wordt met recht de leukste stad van Amerika genoemd. Het ligt zo prachtig aan het water en de heuvels en de Victoriaanse huizen geven het een heel speciaal sfeertje. Het is hier veel minder hectisch dan in New York. Afgezien van de kille mist 's ochtends en 's avonds zouden we hier wel willen wonen. Misschien dat Mark een jaartje aan Berkley's kan studeren?

We rijden over de ‘One o one', de bekende snelweg van SF naar LA, via Sillicon Valley naar San Jose. Even voorbij San Jose slaan we rechtsaf naar Monterrey Bay. Vanaf Monterrey Bay willen we over ‘the One', de mooiste weg van Amerika, langs de Pacific Coast naar Cambria. Maar eerst gaan we lunchen op de Fischermans Warf van Monterrey. Als we over de pier lopen, zien we diverse zeeleeuwen spelen in het water van de haven. Een mevrouw wijst ons op iets verderop in het water. Dat is een zeeotter die daar op zijn rug drijft! Een schatje! Riemy en ik hadden al zo gehoopt dat we die te zien zouden krijgen ...
In een cafetaria op de pier bestellen we visjes, Calamares (Riemy natuurlijk!) en voor Mark een Monster Burger (jammer Mark!). Het was lekker, maar natuurlijk weer Amerikaans veel.

The One is inderdaad prachtig. De hele weg is één groot ‘Vista Point'. Je rijdt heel dicht langs de ruige, rotsige kust. Iedere bocht levert weer nieuwe, schitterende vergezichten op. Af en toe kijk je vanaf een duizelingwekkende hoogte op kleine, eenzame strandjes waar hoge golven op uitrollen. Op sommige plekken worden die golven gebroken door enorme rotsblokken in de zee, vol met vogels. Je komt hier, afgezien van wat auto's, niets tegen dat aan mensen doet denken: geen huizen, geen hotels, geen campings, geen patatkramen, helemaal niets. Ik moet zeggen dat die Amerikanen goed met hun natuurgebieden omgaan. Dat was ons in de andere parken ook al opgevallen. Er is hooguit een - smaakvol van hout opgetrokken - visitorcentre met een restaurant en een giftshop, maar de kermis wordt er verre van gehouden. Zelfs in Big Sur, een van de meest bekende plekjes langs The One, zijn de toeristische mogelijkheden minimaal. Ook hier zijn maar een paar hotelletjes en campings. Vandaar dat we in Big Sur zo moeilijk iets konden krijgen. Het was oorspronkelijk onze bedoeling hier te overnachten. Er is gewoon niets! Het eerste dat een beetje op een badplaats begint te lijken is Cambria, maar ook hier is het toerisme heel kleinschalig. Overigens wordt de kust iets voor Cambria een stuk lager en minder ruig.

In San Simeon, zes mijl voor Cambria, stoppen we voor de zeeolifanten. Die hebben hier volgens de boekjes hun rustplaats op het strand. En ja hoor, ze liggen er in grote getale! Het zijn er wel vijftig! Sommigen stoeien en vechten wat met elkaar in de branding. Anderen liggen lui, lodderig en voor een deel boven op elkaar in de zon op het strand. Er klinken rare snurkgeluiden. Volgens Riemy doen die aan de boeren van Ornell denken. Volgens Paul aan het doortrekken van een WC. Wat een beesten!

Als we Cambria binnenrijden is het inmiddels half acht 's avonds. Het was dus weer een lange reis. Die bochtige weggetjes langs de kust schieten natuurlijk niet op. Ons huisje hier valt wat tegen. Het is klein, het ruikt muf en niet alles is even schoon. De tuin is één grote (geen mooie) wildernis. Bovendien is er voor de kinderen geen beddengoed. Later op de avond brengt de eigenaresse nog twee slaapzakken. Nou ja, voor twee nachten houden we het hier wel uit.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!